Ken Schles’ foto’s van verlaten gebouwen en het nachtleven, maakten hem dé fotograaf van de New Yorkse underground van de jaren tachtig, een periode waarin artiesten, muzikanten, en schrijvers elkaar tegen het lijf liepen in slechts een paar straten in de Lower East Side. In zijn boek Invisible City dat uitkwam in 1988 en recent is heruitgebracht door Steidl, richtte Schles zijn lens op de armoede en criminaliteit die de buurt in die tijd óók teisterden. We spraken Schles over overleven in New York, het fotograferen van je eigen buurt en hoe je leert zien wat er zich recht voor je ogen afspeelt.

Bath Self-portrait © Ken Schles

Baby Carriage © Ken Schles
“Punk rock, homoseksuelen, hip hop... de mainstream cultuur had zoiets van ‘oh mijn god, wat is dat voor zooi?’” zegt Ken Schles als ik hem opbel in zijn huis in Brooklyn. Op zijn verzoek bellen we in plaats van Skype, zodat hij “beter kan ijsberen”. Schles werd geboren in New York City in 1960, maar hij bracht zijn puberjaren door in een buitenwijk. In 1978 verhuisde hij terug naar de stad om kunstlessen te volgen bij Lisette Model en Larry Fink. Hoewel hij in New York veel intellectuele en artistieke inspiratie vond, waren de leefomstandigheden er slecht. Zijn appartement had geregeld geen verwarming of warm water, en er werd gezegd dat als je op de brandtrap zou gaan staan, je beschoten kon worden. Ondertussen fotografeerde Schles feestjes, de straat op elk moment van de dag of nacht, verlaten gebouwen en zijn vrienden. “Bij mijn eerste foto’s,” zegt Schles, “denk ik aan volwassen worden in een wereld die gevaarlijk en eng was. Mijn buurt was een wetteloze en een moorddadige plek. Ik zag hoe vrienden verslaafd raakten aan de heroïne, of bezweken aan AIDS. Ik liet sommige straten links liggen omdat de Hells Angels er voor het zeggen hadden of omdat er junkies rondzwierven op zoek naar een nieuwe fix. Doordat ik een camera meenam was het makkelijker om de deur uit te lopen en te snappen waarvoor ik elke dag mijn leven op het spel zette.”

Burning Building with Moonrise © Ken Schles

Ray © Ken Schles
Behalve om moed te verzamelen om de straat op te gaan, diende fotografie ook een ander doel. Tijdens zijn studie werkte Schles een tijd als printer voor een aantal Magnumfotografen. Terwijl deze fotografen de wereld over reisden, besefte Schles dat hij zelf juist wilde blijven waar hij was. “Het beeld van de Magnumfotograaf in die tijd was een heldhaftige witte man die ergens heen ging, zijn leven riskeerde voor een foto van een verschrikkelijke toestand in een oorlog of hongergebied... en het dan terugbracht om in het westen te publiceren, waar het beeld vervolgens vaak werd gebruikt om de heersende machtsverhoudingen en sterotypen te bevestigen. Ik wilde juist focussen op mijn eigen kleine buurt, mijn plek analyseren, in plaats van iets ver weg.”
Maar die kleine buurt, the Lower East Side, werd snel beroemd. Terwijl Schles wilde laten zien welke dagelijkse worstelingen hij en zijn vrienden doormaakten om te overleven, waren uitgevers en tijdschriften meer geïnteresseerd in Schles’ foto’s van celebrity’s. “Ik nam wel foto’s in nachtclubs en tijdens feesten,” zegt Schles, “maar ik wilde ze destijds eigenlijk niet publiceren. Uitgevers vroegen me: ‘Heb je foto’s van Basquiat, heb je foto’s van Andy Warhol?’ Ik herinner me dat er een groot artikel in Vogue stond waarvoor ze een beeld van mij hadden gebruikt in de openingsspread. Het artikel ging over een nieuwe hippe scene in de stad. Dat voelde heel dubbel. Ja, artiesten die hier leefden wilden erkenning en hadden geld nodig, maar de scene werd ook hiërarchischer, en de buurt raakte een kwaliteit kwijt die haar bijzonder maakte. Dus ik besloot dat ik mijn foto’s niet wilde gebruiken voor het verheerlijken van beroemdheid.”

After The Bath and Baby Picture, Closet © Ken Schles

Drowned In Sorrow © Ken Schles
Het was niet makkelijk om onder de celebrity’s uit te komen. Toen Schles probeerde om een boek van zijn werk uit te brengen, adviseerden uitgevers hem om een celebrity zover te krijgen zijn project te promoten. Maar dat was juist niet het boek dat hij wilde maken. Hij was geïnspireerd door boeken als Larry Clark’s Tulsa en Robert Frank’s The Americans: “Boeken die niet probeerden om bestsellers te zijn, boeken die iets op zichzelf waren,” zegt Schles. “Maar ik had destijds erg weinig opties om een dergelijk boek te maken, omdat de meeste uitgevers alleen landschapsfotografie of grote retrospectieven deden. Terwijl ik het boek, dat uiteindelijk Invisible City werd, aan uitgevers liet zien, heb ik de serie steeds kleiner gemaakt, tot ik een strakkere selectie over had. Het was een behoorlijk klein boek geworden, wat het nog minder aantrekkelijk maakte voor uitgevers – niemand bracht toen zulke kleine boeken uit. Op een bepaald moment had ik het gevoel dat de mogelijkheden uitgeput waren. Self-publishing was niet echt mogelijk toen. New York was het centrum van de uitgeverswereld en ik had mijn project overal laten zien, zonder succes.”

Audrey And Andre Kiss, 14th Street © Ken Schles

Chazz And Melanie © Ken Schles
Op een warme zomeravond in 1988, werd Schles opgebeld door Jack Woody van Twelvetrees Press. Schles grinnikt bij de herinnering. “Hij zei tegen me: ‘Je boek is zo deprimerend, ik moet het gewoon uitgeven.’ Hij snapte waar het over ging!” Woody vroeg Schles vervolgens of hij meer foto’s wilde toevoegen, omdat het zo’n klein boek was. Dat wilde Schles niet: “Ik vond het wel mooi dat het zo klein was, en ik was klaar met editen, ik had het idee dat het boek beter was geworden tijdens het strenge selectieproces.”
Schles vervolgde zijn carrière in de daaropvolgende 25 jaar door verschillende andere boeken te maken, en docent te worden aan ICP. Ondertussen werd zijn eerste boek Invisible City steeds populairder. Omdat de originele print maar een oplage van 2000 exemplaren had, werd het in de loop van de jaren steeds moeilijker om nog aan een exemplaar te komen. In 2014 besloot uitgever Steidl om het boek opnieuw uit te geven, en daarmee Schles’ klassieke werk over New York nieuw leven in te blazen. Weer vroeg de uitgever hem om foto’s toe te voegen aan het boek, en weer besloot hij om het boek klein te houden. Maar dit keer realiseerde hij zich wel dat zijn archief met werk van die periode groot genoeg was om nóg een boek te maken. Hij breidde zijn New Yorkproject uit door een begeleidende publicatie te maken die tegelijk werd uitgegeven: Night Walk. “Met dit boek heb ik mezelf meer vrijheid gegeven om celebrity’s en feestjes te laten zien,” zegt Schles. “Destijds was ik me zeer bewust van de manier waarop de media de scene uitbuitten en op de celebrity’s focusten. Maar nu bestaan de clubs niet meer, dus... ik denk dat als we de foto’s nu zien, dan kunnen ze een beeld geven van hoe die plek en tijd was, cultureel en emotioneel. Het zal best worden geromanticeerd, maar dat kan ik niet voorkomen. Door de jaren heen ben ik mensen tegengekomen die me vertelden dat ze naar New York waren verhuisd nadat ze Invisible City hadden gezien, omdat ze dachten dat het er zo cool zou zijn. Ik snapte daar niks van. Maar mensen doen ermee wat ze willen. Dus ze zullen zeggen dat het cool was, en hip... Terwijl wat ik met het boek probeerde te zeggen juist het tegenovergestelde was: mijn leven op die plek was iets waar ik mee worstelde. – Ik ben blij dat ik het geregistreerd heb.”

Tulips And Backyard © Ken Schles

Abandoned Building in Winter © Ken Schles
Verhalen bewaren is iets wat fotografie kan doen, en Schles hoopt dat zijn foto’s dat doel dienen. Zo is er in Night Walk een foto van een jonge man die door een hoge kandelaar kijkt en bijna in de lens kijkt, maar nét niet. “Er is iets aan zijn aanwezigheid die heel voelbaar is,” zegt Schles. “Ik kende hem destijds alleen vaag, als een Britse club kid, en ik wist dat hij heroïne spoot. Onlangs hoorde ik hoe het was afgelopen, ik ontdekte dat hij aan AIDS was overleden.”
Maar zelfs als je zo’n verhaal weet, dan nog denkt Schles niet dat een portret ons een beter zicht geeft op de persoon erachter. Integendeel, het laat ons juist zien hoe weinig we van die ander weten. “Ik was pas in Nederland,” zegt Schles, “waar ik de expositie van De Late Rembrandt in het Rijksmuseum zag. In die portretten heb je echt het gevoel dat er aan de andere kant van het doek iemand is. Maar zelfs als je die aanwezigheid voelt, dan betekent dat nog niet dat je diegene ook echt leert kennen. Het zit bij ons ingebakken dat we contact proberen te leggen met andere mensen. Dus maken we objecten die van dat verlangen naar de ander een mysterie maken, en die dat mysterie ook weer proberen op te lossen. Het mooie aan het maken van een beeld is dat het nooit compleet is. Het is juist dat proces waarin we als kijker alsnog iets compleets ervan proberen te maken, dat interessant is.”

Craig Coleman And Sam Glasser Light Cigarettes © Ken Schles
Door zijn fotocarrière heen en met name in zijn A New History Of Photography uit 2008, waarin hij over het medium schrijft, onderzoekt Schles het proces van kijken en de betekenissen die we eraan hechten. “We denken dat we weten hoe de wereld in elkaar zit - dat idee zit al in ons hoofd. Maar we hebben ook onze directe ervaring, die onze gedachten kan onderbreken. Ik denk dat, als we ervoor open staan, de wereld die zich voor ons afspeelt, een voortdurend verrassing is. Er kan iets recht voor onze ogen plaatsvinden, dat ons naar adem doet happen en uit onze fantasiën haalt.”
Schles denkt dat Invisible City zijn bestaan dankt aan precies zo’n visuele onderbreking van bestaande beelden. “Ik was opgegroeid met de hele mythologie rondom New York. Mijn familie had een idee van hoe het was, ik had het in films gezien, en ik las erover in de kranten. Maar je realiseert je ook dat dat je eigen ervaring van de wereld een unieke ervaring is, en dat ik in een New York was dat nooit eerder was gezien. Je hebt nou eenmaal de erfenis van de cultuur die voor je kwam waar je doorheen moet spitten, elke generatie, elk persoon moet dat opnieuw doen. Toch is dat precies wat zo cool is aan leven: je hebt een uniek perspectief.”
De tentoonstelling Invisible City/Night Walk 1983 - 1989 is tot 21 juni te zien bij de Noorderlicht Fotogalerie.
Dit interview is ook op de site van GUP Magazine gepubliceerd in het Engels.
Tekst door Nora Uitterlinden